Tijd voor een voorbeeldje keuzestress uit mijn eigen leven. Ontbijten bij de McDonald's. Doen of niet doen? Wat zullen anderen wel niet denken? Lees hieronder het hele verhaal:
Vandaag
was het weer eens feest op school. Een blokuur hoorcollege in de (veel te) vroege
ochtend, gevolgd door drie tussenuren om vervolgens weer een blokuur werkcollege
te hebben. Drie tussenuren op Fontys, een prima synoniem voor het woord verschrikkelijk.
Te kort om naar huis te gaan, maar te lang om zonder dodelijke verveling op
school te blijven. Ik had deze uren eigenlijk best nuttig kunnen besteden aan
de berg huiswerk die nog op mijn ‘to do list’ staat. Maar helaas. Ik en mijn
vriendinnetje K. (die liever anoniem wil blijven in dit verhaal) prefereerden
het om te paraderen through the Streets of Eindhoven City. We waren tenslotte al naar het hoorcollege geweest, dus mochten onszelf wel belonen vonden we. Een beetje winkeltjes kijken, hapje eten en scroddelen: mensen scannen en daarover roddelen (grondlegger van dit woord: mijn vriendin K.) Het was 10:00 en we zouden pas om 13:15 weer les hebben, dus hup op naar de bus want lopen is voor gezonde mensen. We hadden beide nog niet ontbeten, en waren al flink aan het
brainstormen over welk broodjeszaakje we vandaag eens leeg zouden roven....
Eenmaal aangekomen op het station liepen we richting de stad. Gezellig kletsend
vielen mijn ogen op de grote gele M, die ineens midden in mijn gezichtsveld
opdook. Er was gewoon niet omheen te kijken. Die M hing daar maar, zomaar op
dat gebouw zonder te weten wat voor een aantrekkingskracht hij wel niet op mij
had. K. vertelde verder, maar ik was met mijn gedachte al afgedwaald naar een dagdroom
waarin ik lachend en gelukkig een rijk belegde Chicken Sensation in mijn mond
propte. Toen ik een paar seconde later weer ontwaakte, waren
we nog maar een paar meter verwijderd van de ingang van de McDonald's. Ik hoorde het
gefrituurde kippetje uit mijn dagdroom me al roepen: “Eet mij, eeeeeeeet mij!”.
Nee Floor, dit kan echt niet dacht ik bij mezelf. Wat zal K. wel niet denken
als ik vraag of we bij de Mac zullen ontbijten. We liepen door en een beetje
balend nam ik in gedachte afscheid van mijn vriend het gefrituurde kippetje. De
Mac lag alweer een paar meter achter ons toen het gebeurde. K. keek
achterom, draaide haar hoofd terug en slaakte een zucht. Ik wist bijna zeker
wat dit betekende. Ook K. was het slachtoffer geworden van die grote gele M,
maar had waarschijnlijk dezelfde gedachte als ik. Het was tenslotte pas kwart
over 10 in de ochtend. Mijn hart maakte een sprongetje. Het enige wat er nu nog
moest gebeuren was de grote vraag stellen. Iemand van ons moest hem uitspreken.
Ging ik het doen, of ging K. het doen? Degene die de vraag zou stellen, zou
natuurlijk wel als schuldige worden aangewezen wanneer een bekende ons op dit
tijdstip in de McDonald's zou zien vreten. Maar het moest nu gebeuren, mijn droom kwam steeds verder achter ons te liggen. Zo meteen zou K. misschien wel vragen
of we bij de Bakker Bart zouden gaan eten. En dat risico wilde ik niet lopen.
Ik vermande me en schraapte mijn keel. Ik probeerde het als een grapje te
brengen zodat wanneer K. nee zou zeggen ik een excuus had. Misschien had ik het
me wel gewoon verbeeld, die blik van K. naar de Mac en die zucht die ze
slaakte. Maar ik gokte het erop. Een beetje lachend zei ik: “Zullen we anders
gewoon bij de Mac gaan eten?” Vol spanning wachtte ik op haar reactie. Toen
kwam het verlossende woord: “JAAAAAAA!!!!”. Lachend over het feit dat we het elkaar
eigenlijk niet durfde te vragen liepen we terug richting ons doel. Toch nog herenigd met mijn gefrituurde kippetje. Dus eind goed al goed. En ja het
was het beste ontbijt ooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten